Tot ziens, vanwege Paco Rojico

Murcia, zondag 9 juni 2014, 11:30 uur

Mijn vader, mijn vriend, mijn leraar.

Alles wat hier wordt geplaatst, werd op zondag 9 juni bedacht en verwoord. Door mijn werk ben ik er tot heden niet in geslaagd om een consistent leesbaar verhaal neer te schrijven. In het begin was het een stel ideeën en gedachten die bij me opkwamen en het heeft tot nu geduurd om ze vorm te geven.

Allereerst moet ik zeggen dat ik niet sterk ben in het uiten van mijn gedachten of gevoelens in welke sociale omstandigheden dan ook. Ik ken veel mensen die ver van Murcia wonen en dus niet in staat zijn om bij ons te zijn in deze zware dagen. Ik ben mijn leraar, "Antonio" echter enkele laatste woorden schuldig als dank en eerbetoon.

"Mijn vader."

Ik vond het nooit leuk als iemand naar iemand anders dan hun biologische vader verwees als "mijn vader", in feite heb ik dat woord nooit gebruikt om naar iemand te verwijzen. Ik heb het altijd als een gebrek aan respect voor je echte vader beschouwd, hoewel de meeste van de mensen die deze referentie maken het uit een diep respect doen. Ik geloof nog steeds dat een vader veel meer is dan respect. Op vrijdag 6 juni at ik samen met mijn ouders en vertelde hen over de terminale ziekte van Antonio. Op dat moment zei mijn biologische vader me:"Antonio is een vader voor jou". Pas vanaf dat moment, toen mijn vader me toestemming gaf, heb ik dat woord gebruikt om naar mijn leraar te verwijzen. Na 30 jaar volgen en gehoorzamen, heb ik een punt bereikt waarop ik kan zeggen dat ik twee vaders heb gehad.

"Mijn vriend."

Wanneer Antonio ons aan iemand voorstelde, deed hij het als onze vriend, hij heeft ons nooit voorgesteld als studenten. Op de tatami zijn dingen altijd heel traditioneel geweest, respect voor onze leraar, maar buiten de Dojo hield hij niet van de respectvolle behandeling die aan leraren wordt voorbehouden. Hij vertelde ons: "Ik ben geen Sensei Onaga, ik ben ook geen Japanner, ik heb geen Japanse gewoonten, je hoeft me niet te behandelen alsof ik het wel ben". We konden hem niet als eerste binnen laten gaan, noch konden we hem speciaal behandelen. Hij was onze vriend. Volgens hem:"ik kan alleen met jullie praten over wat ik echt leuk vind, met mijn vrienden, ik praat alleen maar met jullie over karate".

"Mijn leraar."

Ik begon met trainen bij Antonio op 5 oktober 1984. De trainingen van die tijd waren heel hard en intens. Getuige hiervan is dat alle oude collega's met wie ik over die tijd heb gesproken die jaren met nostalgie en verlangen herinnerden, maar ze durfden niet opnieuw te trainen uit angst voor de intensiteit van de lessen. Terwijl Antonio sensei buiten de sportschool altijd een glimlachende persoon was en aangenaam in de omgang, was hij op de tatami hard en veeleisend. - "Ik viseer niemand met wat ik doe, ik doe het karate dat mijn leraar me heeft geleerd" -. Zo heb ik regelmatig getraind van 1984 tot 1993. In 1993 ben ik beginnen trainen bij Sensei Onaga (toen ik aan mijn universitaire studie begon). Vanaf dat moment wist Antonio dat ik technisch gezien alles kreeg wat ik nodig had bij Onaga Sensei. In dat opzicht kon ik gerust zijn. We trainden samen in de Onaga Sensei-lessen of in de cursussen, daar was het nu natuurlijk een Sempai-leerling-relatie, geen Sensei-leerling. Maar ik bleef hem behandelen als leraar buiten de tatami, en het was altijd geweldig voor mij om zijn voorbeeld te hebben tijdens de trainingen. We spraken heel vaak over karate, de trainingen, gevoelens, de behandeling, de leraar, de sempais, de vormen, over al die onderwerpen gaf hij me les, maar nooit autoritair. Het is verbazingwekkend wat hij me allemaal heeft geleerd met zijn voorbeeld, zijn respect, zijn levenswijsheid en zijn grote liefde voor karate.

"Je kunt altijd gaan trainen met Sensei Onaga, die echt karate kent."

Wetende dat sensei Antonio zelf studenten had met 2e, 3e, 4e en 6e Dan, kan je zeker zijn dat hij een eerlijk persoon was, dat hij zich niet voorbereid voelde om hooggeschoolde studenten te trainen, en dat hij ervan overtuigd was dat training met Sensei Onaga ons kon helpen bij het oefenen van geavanceerde technieken. Maar in de realiteit was dat niet zo, ver van daar. Ik heb die uitdrukking gehoord sinds ik een oranje band had, en natuurlijk hadden we op dat moment geen andere leraar nodig. Hij was steeds heel duidelijk en wilde dat we leerden in dezelfde traditie die hij volgde. Zijn relatie met Sensei Onaga was een mengeling van respect, genegenheid, vriendschap en bewondering, en ik weet dat die gevoelens door Sensei werden beantwoord. Hij heeft ons altijd de diepzinnige waarden van Sensei bijgebracht, die zei: "Hij is de beste karateka en de beste persoon die ik ooit heb gezien".

"Mijn grootste trots als docent is dat mijn studenten betere karatekas zijn dan ik."

Ik ken niemand die de fysieke kwaliteiten heeft gehad die hij had, hij deed 100 push-ups op de vuisten en sprong omhoog, deed 10 diepe kniebuigingen met een man van 110 kg op zijn schouders, deed oefeningen met twee chishis van 10 kg elk, ... Technisch gezien was hij zover gevorderd dat zijn technieken gemakkelijk leken. Maar als een van zijn studenten zijn fysieke kwaliteiten en techniek kon evenaren, zo hard, schoon en echt, misten we nog steeds wat we nooit zullen kunnen bereiken: "zijn karateka-mentaliteit." Antonio ademde karate aan alle kanten, in karate was alles heel duidelijk, telkens wanneer we een vraag hadden die we hem konden stellen, legde hij ons dit op een concrete en gemakkelijk te begrijpen manier uit. Zijn karate was heel serieus en martiaal, dankzij dat verdiende hij het respect van leraren en klasgenoten.

"De rijping van de karateka".

Ik geloof dat het in het leven in het algemeen en in het karate in het bijzonder, moeilijk is om ouder te worden. Antonio wist de obstakels in het leven te overwinnen, en achteraf versterkt steeds meer en meer karateka te worden. Voor het karate viel Antonio al op in atletische evenementen: duur- en snelheidsraces, sprongen en worpen, hij deed van alles en best goed. Zodra hij karate begon te oefenen, droeg hij zijn grote kwaliteiten van atleet over aan de dojo, met specifieke trainingen en met veel technische oefeningen. Op 28 jarige leeftijd was Antonio een fysiek wonder, zeer technisch, heel sterk door Hojo Undo training(vooral chichi en makiwara) en met een angstaanjagende randori. Tussen de 34 en 40 jaar kwamen de eerste fysieke problemen, spierscheuringen, knieverwondingen ... Op 40 kreeg hij een ernstig ongeval waar hij 3 hernia's aan overhield. Door deze blessure moest hij drie jaar stoppen met trainen, met duizeligheid, pijn en gebrek aan gevoeligheid in de linkerarm. Uiteindelijk keerde hij na een delicate operatie terug naar een min of meer normaal leven, maar zijn fysieke capaciteit was nooit meer dezelfde. Een paar jaar later kreeg hij een problemen met hartritmestoornissen die zijn inspanningen beperkten. Eindelijk heeft een harde ziekte zijn leven beëindigd. Iedereen met dezelfde fysieke problemen als Antonio zou zijn ingestort, gedemoraliseerd geweest zijn, of zelfs gestopt met trainen. Hij deed het niet, telkens hij een tegenslag of een probleem meemaakte, zocht hij naar de goede kant van het leven om door te gaan en te blijven genieten van het karate dat hij zo leuk vond. De afgelopen jaren zei hij:"Ik geniet van bewegen, ademhaling, ik hou van het doen van de karate bewegingen, maar ik kan ze niet sterker meer maken, een vuist, een trap, staan in shiko dachi en Sanshin uitvoeren maakt me blij" - en dit was echt. Hij liet opnieuw zien dat zijn geest nog sterker was dan zijn lichaam. De man met verrassende fysieke kwaliteiten, met een krachtdadigheid in elke beweging uit het gewone leven, was blij om te bewegen en zijn lichaam te voelen. Ik heb niemand gezien die zich zo aanpaste aan de tegenslagen van het leven en zo volgroeid was als Antonio.

"Het zal moeilijk worden om de pagina om te slaan."

Hoewel ik al een tijdje wist dat ik Antonio eerder vroeger dan later zou moeten laten gaan, had ik nooit gedacht dat het zo moeilijk zou zijn om de deze pagina om te slaan. Iemand die zo vol en vitaal is, is erg moeilijk te vergeten. Ik herinner me dat ik hem ging bezoeken, hem vertelde hoe het examen was gegaan, de cursus of de laatste training, om een ​​tijdje in zijn tuin te trainen, om op de makiwara in zijn tuin slaan, ... Hij was mijn grote biechtvader aan wie ik praktisch alles vertelde wat mij overkwam, het goede en het slechte. Hij luisterde rustig en vertelde me toen wat hij dacht of over iets dat hem ooit was overkomen. "Een 10". Leraren, klasgenoten en studenten, iedereen was erbij bij de wake en het laatste vaarwel. Na de grote droefheid bij het begraven van zijn levenloze lichaam, konden we niet anders dan zijn voorbeeld volgen en gaan voor een biertje. Toen we bij de bar aankwamen zag ik een samenkomst van 50 karatekas die klaar stonden om hun laatste vaarwel te presenteren, met een biertje en een tapa (hapje), zoals hij zou hebben gewild. Tijdens de laatste dag zijn er velen geweest die me troostten in mijn pijn, maar toen ik die tafel zag vol met mensen die in zijn voetsporen traden, kon ik niets anders doen dan me verheugen over het grote geluk dat we hebben gehad om hem te ontmoeten. Omdat er niemand anders zoals hij zal zijn. Hij was uniek, in al zijn deugden en zijn tekortkomingen, net zoals iedereen en toch uniek en anders.

"Om 8:30 in de sportschool."

Zelfs als mijn lichaam het mij niet vraagt, wat een betere hulde voor mijn leraar dan te doen wat hij het leukste vond, trainen. Ik ben samen met mijn vriend Velasco gaan trainen om 8.30 uur, zoals we dat elk weekend doen. Ik oefende de katas Sanchin en Tensho, die hij zo leuk vond. Bij meer dan één gelegenheid zei hij:"Sanchin en Tensho zijn een erfenis die de Goju-Ryu aan de mensheid heeft overgelaten". Harde en moeilijke katas, net zoals hij. Hij heeft ons altijd zijn liefde voor die twee kata bijgebracht, die hij als geen ander uitvoerde en die hij als de basis van onze stijl beschreef. Antonio is een van de mensen die me het meest heeft beïnvloed, ik ben wie ik ben, grotendeels dankzij hem. Inspanning, werk, doorzettingsvermogen, respect en zelfs gevoel voor humor zijn sterk beïnvloed door mijn leraar. En het beste van alles is dat ik denk dat hij trots op me was, dat is het grootste compliment dat ik zou kunnen krijgen.

"Ik voel me verdrietig en gelukkig."

Na een verlies zo groot en zo dichtbij, voel je een grote pijn in je hart, dat lijkt alsof het nooit zal verdwijnen. Aan de andere kant ben ik blij omdat ik op 5 oktober 1983 het grote geluk had dat Antonio Victorino Martínez Jiménez mijn leven doorkruiste. Iedereen die hem kende, heeft het voorrecht gehad om een ​​unieke en onherhaalbare persoon te kennen, met waarden, kennis en affectie die nooit meer zal worden gezien. We hebben een voorbeeld gekend in alles wat hij deed, een man die volledig los stond van het conventionele en het materiële, die altijd verder keek. Een lachende man, grappenmaker, altijd in een goed humeur, die in staat was om overal om te lachen, vooral met zichzelf. Ik heb veel geluk gehad dat het mijn vader, mijn vriend, mijn leraar was.


PD. Mijn respect voor Antonio en Pilar, zeker als ik delen heb verwijderd, maar ik had het klaar en het moest openbaar worden.



(vertaling Dirk Dierickx)